
Flammkuchen met zalm
Hoofdgerecht
4 pers.
ca. 20 min
Frans
Ingrediënten
0.5 zakjes droge gist
150 milliliter water (op kamertemperatuur)
350 gram bloem
25 gram zonnebloemolie
1 eetlepel zout
200 gram crème fraîche
280 gram gerookte zalm (in stukjes gesneden)
1 rode ui (in dunne ringen)
8 eetlepels olijfolie extra vergine
8 takjes dille
40 gram rucola
Bereidingswijze
1. Los voor de zelfgemaakte bodems de gist op in het water. Doe de bloem in een grote kom. Voeg het gistwater, de olie en het zout toe. Kneed tot een zacht en gelijkmatig deeg.
2. Vet een grote kom licht in met olie en leg het deeg erin. Laat circa 1 uur rijzen tot het in omvang is verdubbeld.
3. Verwarm de oven voor tot 250 graden. Gebruik eventueel een pizzasteen voor een nog krokantere bodem.
4. Bestuif het werkblad met wat bloem. Verdeel het deeg in 4 ballen en rol ze met een deegroller zo dun mogelijk uit tot een rechthoek of ovaal.
5. Leg de deegbodems (zelfgemaakt of kant-en-klaar) op een met bakpapier beklede bakplaat.
6. Besmeer elke bodem dun met 50 gr crème fraîche, tot ongeveer 1 cm van de rand. Verdeel de zalm, rode ui en bosui er overheen.
7. Bak elke flammkuchen in het midden van de oven af in circa 5 minuten (houd voor de kant-en-klare bodems van Jan circa 12 minuten aan, zie verpakking). De flammkuchen is klaar als hij aan de boven- en onderkant wat bruin gekleurd is.
8. Haal uit de oven en leg op een houten plank. Verdeel over elke flammkuchen 2 el olijfolie en wat gesnipperde dille. Maak af met blaadjes rucola.
9. Snijd de flammkuchen met een (pizza)mes in flinke stukken en serveer op de plank.
Meer recepten in de categorie