Hoe worden oesters gekweekt?
Onze Zeeuwse oesters worden gekweekt in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer in zogenaamde kweekpercelen. Ideaal omdat dit water de juiste temperatuur en hoeveelheid zout heeft, erg zuiver is en beschut ligt. In juli en augustus planten de oesters zich voort, waarbij er oesterlarfjes in de Oosterschelde drijven. Na een tijdje worden hun schelpen zwaarder waardoor ze naar de bodem zakken. Broedval heet dit.
Tijdens dit broedproces verplaatst de kweker de oesters regelmatig, zodat ze een optimale vorm krijgen om ze uiteindelijk te kunnen opeten. Met speciale netten worden oesters opgevist. Al met al duurt het kweekproces 2,5 tot 3 jaar, voordat een oester volgroeid is en geschikt om op te eten. Best een tijdje dus!