De voedselsector is verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de wereldwijde CO₂-uitstoot. De grootste impact van PLUS op het klimaat (circa 95%) komt door de CO₂-uitstoot in de toeleveringsketen van ons assortiment; denk aan de teelt en productie van producten. Een ander deel (circa 5%) ontstaat door onze eigen bedrijfsvoering. Zoals ons energieverbruik, de (niet te voorkomen) koelgaslekkages van koelingen in de winkels, de emissies in de toeleveringsketens van inkoop van ‘Not For Resale’-producten en transport tussen distributiecentra en de winkels. We werken aan CO₂-reductie in onze eigen bedrijfsvoering en onze keten en bewegen richting netto-nul CO₂-uitstoot in 2050 (in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs).
Klimaatvriendelijkere bedrijfsvoering
Om in onze eigen organisatie CO₂-uitstoot te reduceren, bepalen we welke CO₂-reductiemaatregelen we kunnen nemen. Zowel bij onze gebouwen als het transport. Voorbeelden zijn het isoleren van panden, het plaatsen van warmteterugwininstallaties en het uitstootvrij beleveren van winkels die in uitstootvrije zones in binnensteden liggen. Ook de maatregelen die we nemen op het gebied van circulariteit dragen bij aan de reductie van CO₂-uitstoot in onze ketens. Bij de verbouwing van winkels worden bijvoorbeeld koelingen, stellingen, net als vloeren en plafonds die nog goed zijn, opnieuw gebruikt.
Klimaatbewuster assortiment
We bewegen samen met onze inkooporganisatie Superunie naar een klimaatvriendelijker assortiment. Bijvoorbeeld door in de keten met leveranciers te werken aan CO₂-reductie en in te zetten op de transitie van dierlijke naar plantaardige eiwitten. Daarnaast kiezen we bewust voor producten van dichtbij, uit het seizoen of met een topkeurmerk voor waar dat kan.
Scope voetafdruk
PLUS brengt jaarlijks haar CO₂-voetafdruk in kaart. Dit berekenen we met de CO₂-voetafdruk via het GHG Protocol. Voor het bepalen van organisatiegrenzen gaat PLUS uit van de operationele controle aanpak. Hierbij wordt gekeken of er operationele controle is over de organisatieonderdelen die onder PLUS vallen.
De CO₂-voetafdruk van PLUS bestaat uit de volgende organisatieonderdelen en emissiebronnen:

Overige scope 3 categorieën worden niet meegenomen, omdat deze niet materieel zijn of omdat er geen invloed is op deze categorieën.
Doelstellingen en resultaten
Voor 2024 was onze doelstelling om onze scope 1 en 2 CO₂-voetafdruk met 60% te reduceren ten opzichte van 2021. In 2021, het basisjaar waar we onze CO₂-voetafdruk mee vergelijken, was de CO₂-voetafdruk in totaal 2,9 miljoen ton (Scope 1: 8.931 ton, Scope 2: 28.729 ton, Scope 3: 2.826.524 ton). In 2024 was de CO₂-voetafdruk in ton in totaal: 2,3 miljoen ton (Scope 1: 6.339 ton, Scope 2: 138 ton, Scope 3: 2.186.953 ton).
We realiseerden in deze periode een reductie van 83%. Deze reductie wisten we te realiseren door de overstap naar groene stroom vanaf 2024, de overgang naar klimaatvriendelijke koelmiddelen, het aardgasvrij maken van gebouwen en een leasebeleid met uitsluitend plug-in hybride en elektrische auto’s.
Superunie stelde in 2024 een klimaatplan vast. Hierin zijn CO₂-reductiedoelen en -plannen vastgelegd voor alle inkoop die via Superunie loopt. De grootste impact en potentiële reductie voor inkoop via Superunie is op varkensvlees, zuivel, graanproducten en A-merken. Uitvoering van dit klimaatplan leidt dan ook tot reductie van de CO₂-uitstoot van het assortiment van PLUS voor deze categorieën. Voor scope 3 heeft Superunie een doelstelling bepaald van 30% minder CO₂-emissies in de toeleveringsketen in 2030 ten opzichte van 2022. Deze doelstelling is ook van toepassing op alle inkoop van PLUS die via Superunie loopt.
De gerapporteerde scope 3 CO₂-voetafdruk voor PLUS is in 2024 lager dan in 2021. Aangezien we deze nog niet berekenen met leverancier specifieke data, geeft dit nog onvoldoende een beeld van de daadwerkelijke reductie.
Door een combinatie van deze maatregelen bewegen we richting netto-nul CO₂-uitstoot in 2050. In ons jaarverslag 2024 staan meer activiteiten van PLUS om CO₂-uitstoot te reduceren. We gebruiken geen offsetting voor het behalen van onze doelen.
Voedselverspilling - voorkomen, verminderen en verwaarden
We hebben de ambitie om in 2030 50% minder te verspillen dan in 2018. En zetten hierbij in op voorkomen, verminderen en verwaarden. In 2024 was onze voedselverspilling 1,14%. Dat is 7% minder dan in 2023 (1,23%) en 15% minder dan in 2018 (1,34%).
We werken continu aan een verdere verlaging van dit percentage. Het begint met bewust inkopen, waardoor er bij onze supermarkten zo min mogelijk wordt weggegooid. We zijn er alert op dat de temperatuur van onze verse producten in de gehele keten van leverancier tot in de winkel goed wordt geborgd. Dit zorgt voor een optimale kwaliteit en houdbaarheid. In alle winkels maken we bijvoorbeeld gebruik van Relex, een slim forecasting en replenishment systeem.
We stimuleren klanten om te letten op voedselverspilling door informatie te verstrekken over de THT en TGT datum, bewaaradviezen en andere tips. Ook kunnen klanten gebruik maken van Too Good To Go en daarmee producten aanschaffen die nog goed zijn maar die tegen het einde van de houdbaarheidsdatum lopen.
De Too Good To Go-app laat zien welke winkels en supermarkten in de buurt eten over hebben en voor welke prijs gebruikers een verrassingspakket kunnen ophalen. Medio 2025 bereiken we de grens van 3 miljoen pakketten die zijn gered, dit staat gelijk aan ongeveer 6 miljoen kg voedsel En we doen meer: Bekijk ons jaar verslag of vindt meer tips tegen voedselverspilling? Lees ze hier!

Duurzamer distributiecentrum Oss
PLUS heeft in Oss een hypermodern en duurzaam distributiecentrum van ruim 46.000 m2. Vanuit dit nieuwe distributiecentrum worden veel PLUS supermarkten in Nederland met kruidenierswaren (KW) beleverd. Als verantwoorde supermarkt kiest PLUS er bewust voor om duurzaam te bouwen.
Er is gekozen om gebruik te maken van de BREEAM-methodiek, waarbij getoetst wordt op negen duurzaamheidsaspecten. Duurzame keuzes zijn onder andere terug te zien in materiaalgebruik, warmteterugwinning en waterhuishouding. We maken gebruik van warmtepompen, energiezuinige verlichting, zonnepanelen, duurzame materialen als FSC hout en zorgen met duizenden infiltratiekratten in de grond voor een goede waterberging. Het nieuwe distributiecentrum voldoet daarmee aan het energielabel BREEAM Outstanding en is klaar voor de toekomst.